Een geloofwaardig en leesbaar dialoog schrijven zou weleens een van de meest uitdagende dingen kunnen zijn waar een beginnend schrijver mee te maken krijgt. Op papier klinkt niets zoals 'in het echt', en je wilt natuurlijk zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid blijven – hoe anders maak je een dialoog geloofwaardig? Het probleem is dat gesprekken die je in het dagelijkse leven tussen mensen hoort, niet leesbaar zijn. Mensen maken zinnen niet af, spreken zichzelf tegen, herhalen zich en gebruiken een zenuwslopende hoeveelheid stopwoordjes.
Zoals elk woord in een verhaal, moet een dialoog een functie hebben. Dat is de grote tegenstelling tussen verhalen en het echte leven. Het echte leven is over het algemeen betekenisloos, gebeurtenissen en woorden volgen elkaar in arbitraire volgorde op en houden zelden tot nooit verband met elkaar. In verhalen heeft juist alles betekenis, en hangt het hele gebeuren samen volgens de geruststellende wetten van oorzaak en gevolg. Adieu chaos! Welkom woorden met betekenis!
Alles heeft betekenis
Bij deze een voorbeeld uit de roman De eenzaamheid van Zuckerman, van Philip Roth. De roman opent met de volgende zin: ‘Wat doe jij in Jezusnaam in de bus, met al je poen?’ Dit is het begin van een gesprek tussen de schrijver Zuckerman, die onlangs bekend werd, en een passagier die hem van televisie herkent. Wellicht lijken sommige dingen uit de lucht gegrepen, toch heeft elke zin betekenis. Sterker nog: het volledige dialoog wijst rechtstreeks naar het thema van het boek: hoe roem een mens kan laten vervreemden van zijn eigen milieu.
Net zoals een verhaal een gedestilleerde vorm van het leven is, zo is een dialoog dat ook. Je snijdt slechts de onderwerpen aan die het verhaal voortstuwen, maar ontvouwt geen ellenlang gesprek gewoon om een eenvoudige karaktertrek van het personage aan het licht te laten komen. Als iemand ’s ochtends naar werk vertrekt en net zoals elke ochtend gedag zegt tegen zijn vrouw, dan heeft dit geen plaats in het verhaal. Er gebeurt namelijk niets nieuws, niets dat een ommeslag in het verhaal inleidt of actie impliceert.
Dialoog is een vorm van actie
Een goed dialoog impliceert dus actie, stuwt het verhaal voort. Niets is statisch in een verhaal. Schrijven is als zeilen: je moet in beweging blijven, anders kom je in de dode hoek terecht en raak je de controle kwijt. Na het lezen van de dialoog weet de lezer iets meer over de personages, heeft het verhaal een andere wending genomen of is er iets gebeurd. Daarnaast hebben personages een eigen manier van praten. Zo zegt Gatsby in The Great Gatsby vaak ‘old sport’ tegen mensen, wat ‘beste jongen’ betekent op z’n Gatsby’s. Deze uitspraak herkent de hele wereld intussen als een uitspraak van The Great Gatsby.
Verder maakt een goed dialoog iets zichtbaar. Het is geen uitleg, het is een vorm van show don’t tell. Door dialoog te gebruiken laat je iets zien in plaats van het te vertellen. Dat betekent ook dat je quotes niet moet afsluiten met een bijwoord als ‘roept ze woedend’ of ‘zegt ze verdrietig’. Als het goed is, heeft de lezer uit de woorden die het personage gebruikt al kunnen opmaken wat zijn of haar emotionele staat is. Als deze bijwoorden noodzakelijk zijn na een quote om de emotionele staat van het personage aan het licht te brengen, dan is je dialoog niet geslaagd. Liefst weten lezers zelfs zonder dat je het hoeft te zeggen wie aan het woord is, gewoon omdat het personage woorden gebruikt die alleen hij zou gebruiken – zoals Gatsby.
Tips voor het schrijven van een sterke dialoog:
1. Ken je personages. Voordat je een dialoog schrijft, moet je de achtergronden, persoonlijkheden en motivaties van je personages begrijpen. De dialoog moet hun unieke stemmen, perspectieven en houdingen weerspiegelen.
2. Maak gesprekken doelgericht: elke dialooglijn moet een doel dienen, of het nu gaat om het onthullen van informatie, het ontwikkelen van de plot of het verdiepen van de karakterisering. Vermijd vulmiddel of onnodig geklets.
3. Gebruik subtekst. Dialogen kunnen boeiender zijn als er een onderliggende betekenis achter de gesproken woorden zit. Personages kunnen het ene zeggen, maar het andere bedoelen, waardoor spanning en intriges ontstaan. Subtekst voegt diepte en realisme toe aan het gesprek. Wat niet gezegd wordt, is vaak belangrijker dan wat wel gezegd wordt.
4. Toon individualiteit in spraakpatronen. Mensen hebben verschillende manieren van spreken, dus geef je personages unieke spraakpatronen, woordenschat en straattaal die passen bij hun achtergrond en persoonlijkheid. Deze differentiatie helpt lezers onderscheid te maken tussen karakters en voegt authenticiteit toe.
5. Houd het beknopt. Gesprekken uit het echte leven bevatten vaak kleine praatjes of raaklijnen, maar schriftelijk is het het beste om de dialoog beknopt en gefocust te houden. Knip onnodige uitwisselingen uit en kom ter zake.
6. Gebruik dialooglabels oordeelkundig. Dialooglabels (bijv. "hij zei", "ze schreeuwde") worden gebruikt om spraak toe te kennen aan karakters. Hoewel het voor de duidelijkheid noodzakelijk is, kunnen overmatige of herhaalde tags de stroom verstoren. Gebruik in plaats daarvan waar mogelijk actiebeats of contextuele aanwijzingen om dialoog toe te schrijven.
7. Meng dialoog met actie. Om de dialoog boeiend te houden, is het goed om ze af te wisselen met actievere scenes of gebaren om een visueel element te bieden en lange gespreksblokken te onderbreken. Dit helpt om de lezers onder te dompelen en maakt de scène dynamischer.
8. Neem conflict en spanning op. Een sterke dialoog gaat vaak gepaard met conflict of spanning om het aangrijpend te maken. Dit kan worden bereikt door meningsverschillen, verborgen agenda's of verschillen in perspectief. Het houdt lezers betrokken en creëert een gevoel van drama.
9. Lees het hardop voor. Als je eenmaal een dialoog hebt geschreven, lees het dan hardop om ervoor te zorgen dat het natuurlijk klinkt en soepel verloopt. Let op het ritme, het tempo en of het overeenkomt met de stem en intenties van het personage.
10. Bewerk en herzie. Zoals bij elk schrijven, vereist een sterke dialoog bewerking. Knip onnodige woorden weg, verfijn uitdrukkingen en zorg ervoor dat het zijn doel dient.