// Show dont tell: hoe dan?
Show don't tell: hoe dan?

Tips voor het toepassen van show don't tell

Anton Tsjechov kan verhalen schrijven over grote onderwerpen, zoals angst en schaamte, zonder de onderwerpen zelf te benoemen. Toch doorleef je als lezer deze gevoelens alsof ze je eigen zijn. Hoe heeft hij dit bereikt? Ten eerste door jarenlang te oefenen, te herlezen, te schrappen en opnieuw te beginnen. Ten tweede door het toepassen (op de juiste momenten) van onderstaande adviezen.

Wees specifiek in je beschrijvingen

Beschrijf je het decor waarin het verhaal zich afspeelt, wees dan specifiek. Zie je een bloem, welke bloem is het dan. Een hortensia of een madeliefje? Vliegt een vogel voorbij, welke vogel dan? Een roodborstje of een adelaar? Dit benadrukken geeft een extra dimensie aan de tekst. Door specifiek te zijn, vul je de gaten in die achtergelaten zijn door het weglaten van de uitleg. Daarnaast maakt het je tekst dynamischer en kleurrijker. De ervaringen van je personage worden tastbaarder, waardoor de lezer ze mee beleeft.

Vermijd algemene termen: gebruik concrete zelfstandige naamwoorden, die de lezer een beeld geven. Als je wilt zeggen dat het personage een hond heeft, laat dat dan zien als zijn baas thuiskomt.

Gebruik quotes en dialoog

In plaats van te vertellen dat een persoon boos is, laat hem/haar een woedende uitroep doen. In plaats van te vertellen dat een persoon ambigu is, laat hem tegenstrijdige gedragingen vertonen. In de journalistiek is dit geen advies, maar een regel. Maar bij elke vorm van het schrijven van verhalen, zegt een beeld meer dan duizend woorden. Beelden en actie kan je oproepen aan de hand van een dialoog. Laat zien dat mensen langs elkaar heen leven, door ze langs elkaar heen te laten praten. Als iemand licht ontvlambaar is, laat je dit zien door deze persoon boos te laten reageren op een klein akefietje.

Gebruik sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden zijn dynamisch en onregelmatig. Ze impliceren beweging en creëren daardoor een levendig beeld in het hoofd van de lezer. 

Statische werkwoorden zijn bijvoorbeeld: liefhebben, haten, geloven, leven, bijhoren,... 

Sterkere werkwoorden zijn bijvoorbeeld: lopen, zeggen, verkopen,... 

Vermijd bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Stephen King schrijft in het meest bekende boek over schrijven, On Writing, a Memoir of the Craft, dat schrijvers enkel bijwoorden gebruiken wanneer ze bang zijn dat hun punt niet duidelijk is overgekomen. Zegt een schrijver bijvoorbeeld: ‘Lisa liep glimlachend door de tuin.’ Dan is het duidelijk dat de schrijver aan wil geven dat Lisa gelukkig is. Zou de lezer dit al weten, omdat de schrijver heeft laten zien dat Lisa af en toe stopt om aan een bloem te ruiken, de zon op haar gezicht voelt en luistert naar het gefluit van de vogeltjes, heeft hij zintuiglijke elementen gebruikt om te laten zien dat Lisa gelukkig is. Dan wordt het bijwoord ‘glimlachend’ hier overbodig.

Gebruik zintuiglijke taal

Veel schrijvers hebben het dus over zintuiglijke taal als alternatief voor bijwoorden en statische werkwoorden. Dat is gemakkelijk praten, hoe pas je zintuigelijke taal toe in je tekst? Voor proza moet je je goed in je personages kunnen verplaatsen, als journalist is het vooral belangrijk observerend te werk te gaan en zelf al je zintuigen op scherp te zetten. Voor schrijvers in het algemeen is het goed in het dagelijkse leven te focussen op de zintuigen. Vraag je bij het eten van een stuk chocolade af hoe dit smaakt, hoe zou je deze sensatie beschrijven? Luister naar de geluiden die je om je heen hoort, focus op het gevoel van warm water dat over je huid stroomt. Probeer specifieke woorden te vinden om deze sensaties te beschrijven en schrijf ze op, zo kan je ze weer naar boven halen wanneer je karakter zoiets ervaart in een verhaal.

Focus op actie en reactie

Hier vallen we waarschijnlijk een beetje in herhaling, maar toch is het goed om het belang van actie en reactie te benoemen. Acties en reacties beschrijf je aan de hand van dialoog en het gebruik van actieve, sterke werkwoorden, wat hierboven al beschreven is, vandaar dat het belang van actie en reactie eerder aan het woord kwam. Door het beschrijven van een actie, of door het laten zien van een reactie op een bepaalde situatie, kan de lezer conclusies trekken over het karakter van een persoon. Door het laten zien van de reactie die een persoon heeft op de uitspraak van een andere persoon, aan de hand van dialoog, wordt ook veel duidelijk gemaakt wat anders in het gewisse bleef.

Lees ook deze blog van Nadine van de Sande over 'De observerende schrijver'

Over de schrijver
Zoë leeft nu al tien jaar voor en door haar pen. Ze schreef verhalen voor National Geographic, de Volkskrant, Zoom Magazine en het Algemeen Dagblad. Momenteel is ze actief als schrijfdocent voor het LAK (Leids Academisch Kunstencentum) en De Schrijfschool.
Reactie plaatsen