Het literaire personage is een strevend personage

Thomas Rosenboom biedt in zijn boek Aanvallend Spel een overtuigend pleidooi over de belangrijkste eigenschap van een literair personage. Een literair personage wil iets. Heeft een droom, een streven. Dat hoeft niet groot te zijn. Integendeel. Juiste de kleinste wensen en verlangens kunnen wijzen naar een groter maatschappelijk gegeven.


Rosenboom geeft enkele voorbeelden:

  1. Wat wil Faust? Faust wil kennis.
  2. Wat wil Bontekoe? Bontekoe wil Indië bereiken.
  3. Wat wil Donald Duck? Donald Duck wil aan zijn eeuwige misère ontsnappen door gebruik te maken van een buitenkansje.
  4. Madame Bovary wil een andere man dan haar eigen man.
  5. The Great Gatsby wil The Great Gatsby worden

Zelfs personages die schijnbaar niets willen, niet in staat lijken te zijn tot actie, willen iets.

  1. Zo wil Oblomov, uit de roman van Ivan Gontsjarov, een strevend figuur worden.
  2. De idioot van Dostojevski, wil gewoon met rust gelaten worden.
  3. Bilbo wilde gewoon in zijn huisje onder de grond aan het vuur blijven zitten en thee drinken
  4. Robinson Crusoë wilde gewoon naar huis

Welke eigenschappen heeft een goed personage?

De frictie zit erin dat de wens van de personages niet zomaar ingelost kan worden. Daar zullen ze iets voor moeten doen. Datgene wat ze doen, is meestal exact het tegenstelde van wat ze nodig hebben. Dat zorgt voor een conflict. Door de situatie te forceren, wijken ze enkel verder van hun doel af. Zo lijken verhalen op het leven zelf.

Zo hoorde ik laatst een verhaal over een jongetje dat graag een date wilt met het mooiste meisje van de klas. Hij nodigt haar uit om het meer op te gaan met een roeibootje, en tot zijn verwondering zegt ze ja. Nu voorspelt het weerbericht die dag regen en onweer. Maar de jongen is zo opgewonden over zijn afspraak, dat hij tegen alle adviezen in toch op pad gaat met het meisje.

Self fulfilling proficy

Je ziet de ramp vaak al aankomen. Lezers krijgen aanwijzingen. Ze leren het personage kennen, en zien al snel in: dit gaat mis, dit gaat mis. Het fijnste is als ze intussen sympathie hebben gekregen voor de jongen. Ze begrijpen zijn beweegredenen. Ze herkennen het gevoel een dag met iemand te willen doorbrengen, exact zoals je het gedroomd had. Ze begrijpen dat de jongen doorzet, en toch willen ze hem toeroepen: doe het niet, doe het niet.

Natuurlijk gaat de jongen het water op met het meisje. Het bootje loopt vol met water. Ze beginnen te hozen. Hulp komt te laat en het meisje verdrinkt. De jongen is zowel zijn droom als zijn potentiële liefde kwijt, juist omdat hij het zo graag wilde. Dat herkennen we allemaal. Juist het feit dat hij het zelf in werking zette, het self fulfilling proficy, maakt dit verhaal (volgens Thomas Rosenboom) een literair verhaal.

Leer meer over het schrijven van goede personages tijdens de online cursus creatief schrijven.