Boekentip: Verboden schrift
16 augustus 2023 

Boekentip: Verboden schrift

Het is weinigen gegeven een geloofwaardig dagboek te schrijven dat niet over zichzelf gaat. Alba de Cespedes deed het in 1951 in Quaderno Proibito, ofwel Verboden Schrift, dat precies tien jaar later naar het Nederlands vertaald werd. Een huisvrouw die tot haar schande en genoegen ook werk verricht als secretaresse, koopt op een verloren dag een schrift op de markt. Ze begint met schrijven en merkt tot haar verbazing dat het schrijven haar voor het eerst in haar leven zichtbaar maakt, al moet ze die zichtbaarheid krampachtig verbergen voor anderen.

Tijdloos

Dat het boek anno 2022 nog steeds actueel is, bewijst de Nederlandse vertaalster Manon Smits. De kleine uitgeverij Meridiaan bracht het boek opnieuw op de markt, in een hedendaags jasje. ‘De problemen veranderen mee met de tijdperken, de personages zijn op een bepaalde manier niet meer actueel. Dat wat de tand des tijds kan doorstaan is de stijl. Stijl is alles’, zei Alba de Céspedes in 1983 in een interview met de journaliste Sandra Petrignani. Toch zijn het niet enkel de woorden die de tand des tijds doorstaan, maar ook de zinnen en vooral de personages.

Na het boek in een ruk uit te hebben gelezen, gaf ik het aan een vriendin. Die weet niet goed wat ze ervan moet vinden. Confronterend, is het enige woord wat ze kan bedenken. Ze wordt er ongemakkelijk van te vertellen hoe ongemakkelijk het boek haar maakt. Het boek dat laat zien hoe een vrouw in haar eigen huis geen enkel laatje kan vinden dat van zichzelf is, wiens geliefden het een absurde notie vinden dat ze iets zou bezitten dat niet in functie staat van hen, en die zich pas schrijvende bewust wordt van het feit dat er niets meer over is van haarzelf sinds haar kinderen geboren werden en haar man haar ‘mama’ ging noemen.

Verboden schrift alba de cespedes

Gevaar van het schrijven

Het werk van Alba de Cespedes was een doorn in het oog van het fascistische regime, dat het bestempelde als een ‘aanslag op de gezonde moraal van de fascistische vrouw’. En hoe vaak we sindsdien ook de straat zijn op gegaan, de herkenbaarheid is frappant. De beschouwende blik waarmee Valeria haar leven bestudeert, haar mondige dochter tegelijk afkeurt en bewondert en steeds meer geheimen voor haar man koestert, maken dat we als een toeschouwer haar leven mogen bekijken – zonder grenzen, zonder restricties – zonder daarbij enige verplichting te hebben. Het is geen pamflet, geen filosofisch relaas, het is een bril.

Door die bril leert Valeria naar zichzelf te kijken. Ze vindt de woorden voor wat er om zich heen gebeurt en lijkt daardoor voor het eerst te beseffen wat er gebeurt. Zonder het te willen, verandert haar leven elke keer dat ze zich stiekem terugtrekt aan de keukentafel om te schrijven wat er die dag is voorgevallen. Ze heeft daarover geen meningen. Ze ziet het simpelweg en het zien maakt dat ze de absurditeit ervan onmogelijk nog kan ontkennen. Toch blijft ze ontkennen, want ze ziet ook het gevaar van inzien hoe haar leven, en daarmee zij, verdwenen is en hoe onmogelijk het is om daar iets aan te veranderen. ‘Het is voor mij te laat’, zegt ze uiteindelijk tegen haar dochter. ‘Misschien moet jij het maar doen.’

Einde in zicht

Zo eindigt ze haar schrift net zo abrupt als het begon, net voordat er iets wezenlijks kon veranderen. De jaren vijftig waren begonnen en de wereld was nog niet klaar voor de geëmancipeerde vrouw. Toch kwam het boek in de rekken, ondanks vele pogingen van het regime om de kleine Italiaanse uitgever Arnoldo Modadori onder druk te zetten om het boek uit de handel te halen. Vrouwen pakten het uit de rekken, lazen het en het gevaar geschiedde; de jaren zestig braken aan en de Dolle Mina’s stonden op. Vrouwen werden ‘baas in eigen buik’, gingen studeren en streefden economische onafhankelijkheid na.  

Nu, zeventig jaar voordat het boek voor het eerst in de rekken lag, bezorgt het opnieuw het schaamrood op de kaken van menig vrouw. Mijn vriendin die elke zaterdag de hemden van haar vriend staat te strijken, ik die menigeen laat wrijven over mijn zwangere buik alsof het gemeenschappelijk goed is, en iedereen die het huwelijk als het hoogste goed ziet. Geef ze dit boek, de kirrende vrouwen die verlovingsringen en geboortelijsten uitwisselen alsof hun leven ervan af hangt, de ouders die kinderen een pad op duwen dat afhankelijk is van hun geslachtsorganen, en iedereen die ooit dacht dat vrouwenemancipatie niet meer van deze tijd is.

Geef ze dit boek, en wellicht komt een einde in zicht.

Over de schrijver
Zoë leeft nu al tien jaar voor en door haar pen. Ze schreef verhalen voor National Geographic, de Volkskrant, Zoom Magazine en het Algemeen Dagblad. Momenteel is ze actief als schrijfdocent voor het LAK (Leids Academisch Kunstencentum) en De Schrijfschool.
Reactie plaatsen