Uit welke bedrijven bestaat een Griekse tragedie?

De Griekse tragedie werd traag verteld, met vijf bedrijven die uiteindelijk naar de ondergang van of de verzoening met het hoofdpersonage leiden. Ook al worden deze bedrijven nu vaak samengebald (twee bedrijven die elkaar overlappen) of slechts heel kort aangestipt, toch zie je ze in elk verhaal nog steeds terug.

Vijf bedrijven van de Griekse tragedie

  1. Expositio. In de expositio wordt de situatie wordt uiteengezet. Men leert het decor kennen, de tijd en de personages.  Wat wil het personage, wat zijn de drijfveren?
  2. Intrige. De spanning neemt toe, de hoofdpersoon loopt tegen hindernissen aan en het lijkt onmogelijk om het doel te bereiken.
  3. Climax. Het hoogtepunt van de spanning, de grote omwenteling of het motorisch moment. Ogenblik waarop de handeling zo definitief verknoopt is dat ze moet leiden tot ondergang over verzoening. Wordt de stijging naar het hoogtepunt vertraagd, dan spreekt men van katastasis.
  4. Peripeteia. De beslissende wending of plotse verandering. De grote verandering die er aan zat te komen, voltrekt zich.
  5. Catharsis. Het moment waarop de held tot inzicht komt en zijn/haar fout herkent. Deze leidt uiteindelijk tot de ontknoping of lusis, die ondergang of verzoening tot gevolg heeft.

Het Griekse drama

In feite betekent het Griekse woord voor drama handeling, en wordt het specifiek gebruik voor het handelen der figuren op toneel. ‘Drama beperkt zich geenszins tot het theater alleen. Dit geld ook voor de moderne literatuur, doch in mindere mate, omdat 1. De dialoog in de roman een fundamenteel eigen karakter draagt. 2. Omdat de geschiedschrijving meer tot de wetenschap dan tot de literatuur is gaan behoren.’ Zo stelt de encyclopedie van de Griekse wereld. Daarna wordt uitgelegd dat een drama berust op een conflict dat idealiter onoplosbaar is, aangezien beide partijen ‘gelijk hebben’. Het conflict kan zijn tussen held en omgeving, zoals het geval is in de Ilias, waar Achilles in conflict is met zijn omgeving, vertegenwoordigd door Agamemnon. Het Griekse conflict tussen de held en hogere machten, wordt Fatum genoemd, en zien we terug in Herodetus’ relaas van koning Croesus. Het laatste conflict is hetgeen dat speelt in het hart van de held, tussen zijn roeping en zijn menselijk verlangen.