‘Ik had gehoopt dat het een Revolutionary Road op het Hollandse platteland zou worden, maar dat mocht helaas niet lukken.’ Aldus de lezer des vaderlands op Youtube. Daarvoor is het boek te cynisch, en te doordacht. Dat klopt. Het boek druipt van de clichés; de geitenwollensokkenyogi’s in één hoek en de boerenpummels in de andere. De psychiater is zoals te verwachten zelf gek, en de idylle van de hoofpersonages spat uiteen wanneer ze geconfronteerd worden met de realiteit.
Dat neemt niet weg dat ik het boek in één ruk uitlas. Wellicht omdat de twee hoofdpersonages mijn tijdsgenoten zijn en een poging doen om te ontsnappen aan het monster der maatschappij, waar momenteel al mijn geliefden van lijken weg te rennen. Wellicht is het de taal: gestileerd en kort zonder in te boeten aan elegantie. Zinnen als ‘haar stem een bruine kroeg’ wekken beelden tot leven die weinig woorden behoeven. Net als het verhaal zelf, dat in 237 korte pagina’s van het papier afspat.
De moderne naturalistische roman
‘De kracht van Polaks derde roman ligt onder andere in een genuanceerde reflectie op de paradoxen van de moderne natuurlijkheidcultus. We verlangen naar het natuurlijke, maar weten eigenlijk niet goed wat dat betekent.’ Schrijft Roel Smeets in de reactor over Buitenleven. Hij bewondert de manier waarop Polak voorbij het cynisme kijkt en stereotypes onderuit haalt. Want de stugge boerenjongen bleek toch niet achter de aanslag te zitten en de hoofdpersoon overstijgt de identiteit die ze zichzelf aanmat.
Op de laatste pagina’s begrijpt ze opeens waarom een moeder haar gedeprimeerde dochter een wit gesteven tafelkleed zou brengen, en ziet ze de boom voor haar huis als beuk. Daarin zit misschien wel de grootste groei van Rivka. In de Ach Bergen, de roman van Paolo Giordani, zegt de hoofdpersoon dat stadsmensen de natuur als een ding beschouwen, terwijl mensen die ervandaan komen en erin opgegroeid zijn elk onderdeel ervan aanzien voor wat het is. De beek, de rivier, de beuk. Alles heeft zijn eigen functie.
Reality-tv als autofuturistische literatuur
Zo ook neemt Rivka haar plaats weer in binnen de maatschappij en laat ze de havermelkelite achter op het platteland. En we zijn terug bij af, zoals je zou kunnen verwachten van een aflevering Ik Vertrek of B&B vol liefde. Aan de Groene Amsterdammer geeft Nina Polak toe dat ze verslaafd is aan reality-tv. ‘Het is zo’n feest van het menselijk tekort, zo eerlijk over verwachtingen, liefdes, hoop en teleurstellingen.’ Dat is Buitenleven ook, op haar eigen pseudo-intellectuele feministischfilosofische manier.
Ze genoot vooral van het schrijven van dialogen, vertelt ze in hetzelfde interview. ‘Voorheen was ik geneigd om conflicten niet helemaal uit te schrijven. Nu heb ik dat wel gedaan en dat vond ik fijn.’ De dialogen zijn inderdaad ijzersterk; het conflict zit in de loze ruimte tussen de zinnen. Met weinig woorden zien we de afstand groeien tussen de twee hoofdpersonen. Kleine geheimen ontstaan in de voetnoten van het verhaal.
Het kan natuurlijk niet anders dan uitdraaien op een ramp, daarvoor hadden we de proloog over een depressieve Rivka op haar vieze appartement niet nodig. De woorden om de ramp aan te kondigen, kiest Polak zorgvuldig – op een zachte, vrouwelijke manier waar Hemmingway nog een puntje aan kan zuigen. Polak noemt het boek autofuturistisch, omdat de kiem van het idee ligt in een droom die zij en haar vriendin zelf koesterden. Toch hoop ik dat haar eigen droom niet hoeft uit te draaien als de catastrofe die zich in Buitenleven voltrekt.