Als dit geen boek van de maand, het jaar of de eeuw is, dan weet ik het ook niet meer. In Jij zegt het leren we dichterskoppel Ted Hughes en Sylvia Plath van dichtbij kennen. Van heel erg dichtbij. Zo dichtbij, dat het bijna oncomfortabel wordt. Het boek is geschreven vanuit de stem van Ted Hughes, de man die Sylvia Plath volgens de verhalen dreef tot zelfmoord.
Apocriefe verhalen, valse getuigenissen, roddels, verzinsels en mythen noemt hij dit. Hij ontmaskert ze voor eens en voor altijd. Hij gaat de clichématige karikaturen waartoe hij en zijn geliefden verworden zijn te lijf met zijn woord. En wat voor één. Hij neemt ons mee in hun liefde en hun haat, de strijd en de zegen, de verwoesting en de lust.
De muze en de godin
In een interview zei Connie Palmen eens dat ze tijdens het schrijven zozeer in de huid van de dichter Ted Hughes kroop, dat ze postuum verliefd op hem werd. Iedereen, man of vrouw, androgeen of LGBTQ, wordt verliefd op zowel Ted als Sylvia bij het lezen van dit boek. Sylvia Plath is de zondares en de heilige, de martelaar en de slavendrijver, de muze en de godin.
Het is een eeuwenoud verhaal. Archetypes die voor de duizendste keer tot leven komen zonder op eender welke manier te vervelen of in herhaling te vallen. Het gaat over de man die vliegt op de kracht van zijn vrouw. Over de vrouw die gespleten is tussen werk en liefde, tussen waarheid en verzinselen. En over de verwoestende kracht van de liefde.
De schrijfster
Maar vooral is het een roman over het schrijverschap. Over het verkopen van je ziel aan de literatuur. Over het verworden tot een imago, een verzonnen identiteit aannemen omdat de werkelijkheid het daglicht niet verdraagt. Een roman over de moed van het schrijverschap, over de sprong in het diepe wagen - en kijken waar je uitkomt.
'Hoe dichter je bij jezelf kunt komen, hoe dichter je de bron, van het sacrale, algeheel menselijke benadert, verlost van het beperkte biografische bewustzijn. Behalve en rationeel wezen is de mens een dier, toegerust met een zuiver intuïtieve intelligentie, het egocentrische zaad op zoek naar een ei, naar het volkomen andere waarin het zelf zich kan opofferen door ermee te versmelten zodat iets nieuws geboren kan worden, de essentie van elke schepping. Je innerlijk leven onderzoeken zonder je animale oorsprong en erfenis te onderkennen, is leeg, vals, abstract. Je moet durven springen, je houvast loslaten om uit te komen bij een echt zelf. De oorspronkelijkheid van een schrijver herken je aan de moed waarmee hij de sprong in de afgrond waagt, en de diepte ervan.' - Jij zegt het, Connie Palmen