Suzanne is een vrouw met een missie. Ze gelooft dat verhalen de barrières tussen mensen kunnen doorbreken. ‘Het laat ons zien dat de overeenkomsten tussen mensen altijd groter zijn dan de verschillen.’
Trainersactrice en storyteller Suzanne Olde Rikkert geeft schrijfcursussen voor De Schrijfschool België. Ze leerde verhalen uitbeelden op de toneelschool, schrijven bij de Schrijversvakschool, en kennen door het leven zelf. Ze toerde met een toneelgezelschap door Afrika, waar de traditie van het vertellen van verhalen diepgeworteld is. ‘Het sijpelt door in zowel dans als muziek en theater. Mensen leven daar verhalen. Dat probeer ik ook te doen met mijn cursisten.’ Volgens Suzanne zit de essentie van een verhaal in menselijke emoties. Maar hoe breng je die over op je publiek?
Wat is volgens jou de kern van een goed verhaal?
Dat zit in de drijfkracht, in de psychologie achter de handelingen. Wat drijft je personages? Daar begint en eindigt het verhaal, dat is wat het verhaal voortstuwt. Vanuit mijn theaterachtergrond ben ik altijd op zoek naar wat het personage drijft. Daarnaast ben ik opgevoed door een stel ouders dat altijd iedereen hielp. Als er iemand in de kreukels lag, kwamen ze thuis aankloppen. Het is me dus van jongs af aan aangeleerd om me af te vragen hoe het met iemand gaat.
Je vertelt altijd een verhaal om iemand anders te raken, of het nu op een fijne of een niet fijne manier is. Dat vinden we vaak moeilijk, daar moet je durf voor vinden. In het dagelijkse leven blijven we vaak aan de oppervlakte, we zijn het gewend om beleefd te blijven. Om verhalen te vertellen, moet je door die barrière heen breken. Echt iemand raken doe je met verhalen waarmee mensen zich kunnen identificeren. Dat heeft ook te maken met kwetsbaarheden, en daarvoor openstaan.
Hoe doe je dat? Hoe zorg je dat een verhaal raakt?
Door ervoor te weten wat je publiek drijft, waarin ze geïnteresseerd zijn. Dan kom je al heel snel terecht bij universele menselijke emoties. Iedereen weet wat liefde is. Iedereen weet wat teleurstelling is. Iedereen weet wat verlangen is. Die gevoelens kent iedereen. Als je op die basis insteekt. Dan kan ik ieder mens raken. Daarvoor moet je je eigen ego durven overstijgen. Jij zelf bent hierin minder belangrijk. Het is mooi om een verhaal in te steken vanuit je eigen ervaringen, maar je werkt altijd naar die universele emoties toe
Wat is de functie van verhalen volgens jou?
Verhalen kunnen barrières doorbreken en nabijheid creëren tussen mensen die normaal weinig begrip voor elkaar hebben. Verhalen gaan altijd om de overeenkomsten tussen mensen. We zijn geneigd om te focussen op verschillen, maar er zijn zoveel meer overeenkomsten dan verschillen tussen mensen. Ook met de witte hoogopgeleide man heb ik overeenkomsten - hoe moeilijk of ongemakkelijk ik dat ook vind. Die overeenkomsten vinden, dat is de laatste tijd mijn missie. Zo merk je dat heel veel ruzie en strijd niet nodig is.
Je hebt het over grote menselijke emoties. Hoe breng je die over, hoe maak je dat tastbaar?
Je vraagt jezelf af wat jij erbij voelt. In alle non-verbale communicatie volg je je eigen intenties. Als ik geschrokken ben heb ik een andere stem dan wanneer ik boos ben of romantisch ben. Dat volgt vanzelf. Het belangrijkste is dus om zelf te weten welke emoties hier meespelen. Zelf naar de pijn of de blijdschap van het verhaal te gaan, die emoties te doorleven. Je gaat op zoek naar wat er van nature is. Welke gevoelens horen daarbij? Je vertelt een verhaal niet voor niks. Er zit altijd blijdschap, drama of tragiek aan vast. Probeer daar contact mee te maken. Vervolgens zijn er honderden manieren en technieken om het over te brengen, die proberen we uit tijdens de cursus.
Hoe bouw je een verhaal op?
Het is afhankelijk van het type verhaal, maar er is altijd een bestaande situatie en een gewenste situatie. Dan heb je natuurlijk de held, die in de achtbaan gaat zitten. Tsjoeketsjoeketsjoek, we gaan omhoog, niks aan de hand. Dan duik je naar beneden, er is een probleem. Vervolgens kijk je hoe de held het gaat oplossen. Stel dat het de held meteen lukt om het op te lossen, dan voel je je bekocht als lezer of kijker. Dus je wilt de held altijd meerdere obstakels geven. Juist op het moment waarop de lezer denkt, nu komt het nooit meer goed, dan komt er hulp, of er komt een inzicht. Zo zit de hele structuur van de achtbaan in elkaar. Je gaat naar beneden en naar boven. Dat naar boven gaan hoeft niet lineair te zijn. Je kan in de Efteling op de achtbaan stappen en in Drievliet weer omhoog komen. Dat mag ook. Je kan er gewoon mee spelen, maar je moet het de held niet te gemakkelijk maken.