Tips voor een goed interview

Interviews doen is veruit het fijnste aspect van het journalist-zijn. Je leert nieuwe, interessante mensen kennen en kan er jouw licht op laten schijnen. Doe je een goed interview, dan zijn mensen vaak uitermate dankbaar. Velen hadden zichzelf nog nooit in dit licht gezien. De kunst van het woord is niet iedereen gegeven, en het is mooi als je dat in kan zetten voor het schrijven van een portret van mensen. Niet iedereen is even dankbaar voor een eerlijk portret, zeker personen die verbonden zijn aan instanties gaan vaak op een andere manier om met het verspreiden van informatie en zijn niet altijd even dankbaar voor een eerlijk verhaal. Wat eerlijk is, dat maak jij hier uit. Door in te stemmen met een interview geeft de persoon jou toestemming om zijn of haar verhaal te vertellen, ze leveren zich als het ware aan je over. Het is dan ook belangrijk om deze taak niet licht op te nemen. 

Durf te vragen. 

Soms vraag je je af of het wel jouw plaats is om deze vraag te stellen. Journalistiek is jammer genoeg vaak een opportunistisch beroep, jij verdient je geld met andermans miserie. Bob Woodward, een grote onderzoeksjournalist uit de Verenigde Staten, vertelt in een masterclass hoe hij ooit een vrouw moest interviewen die net haar familie verloor in een brand. Hij voelde zich bezwaard om haar vragen te stellen. Toch stapte hij op haar af, toen bleek dat zij net behoefte had om erover te praten. Ze voelde zich gehoord door Woodward en vond het fijn dat haar verhaal verteld werd. Zo gaat het echter niet altijd. 

De schaamte voorbij

In het verlengde van het vorige punt. Durf vragen te stellen die schaamte oproepen. Ooit interviewde ik een jonge pastoor. Hij vertelde dat hij celibatair leefde. Ik vond het moeilijk daar verder op in te gaan, het leek me geen gemakkelijk onderwerp om over te praten. De cameraman ging er echter vlot op in, zo vertelde hij (in beeld) over zijn seksuele ervaringen. Het hielp waarschijnlijk dat de cameraman van hetzelfde geslacht was, en hij zich er daardoor meer op zijn gemak bij voelde. Ik weet niet of hij bij mij zo open en eerlijk geweest was, maar ik zou het wel graag geprobeerd hebben.  

Vaak zal je ook merken dat mensen zich minder schamen dan je op voorhand denkt. Creëer eerst een vertrouwde sfeer en laat merken dat je echt geïnteresseerd bent in het verhaal, niet in sappige details. Dan gaan ze vanzelf praten over dingen waar ze behoefte aan hebben. Wees niet bang voor persoonlijke vragen, vaak vinden mensen het net fijn om over hun persoonlijke situatie te vertellen. Vraag een politicus bijvoorbeeld eens over zijn kinderen, je merkt dat je een heel andere sfeer zal scheppen. 

Wees transparant

In de journalistiek bestaan bizar weinig regels. Je mag alles gebruiken wat je ziet en hoort. Echter is een basisregel wel dat je je te kennen geeft als journalist. Vertel aan het begin van een gesprek altijd wie je bent en voor welk medium je werkt. Vraag ook altijd toestemming om gesprekken op te nemen. 

Mensen uit politiek, of mensen die verbonden zijn aan bepaalde instanties, kunnen wantrouwig zijn voor het geven van een interview. Maak dan goed duidelijk dat je hun verhaal wilt vertellen, niet het jouwe. Jij hebt geen agenda hier, je wilt enkel je licht laten schijnen op zaken die anders onderbelicht blijven. Interview je zwakbegaafden, kinderen of mensen in een moeilijke positie (daklozen of mensen met psychische problemen)? Zij vertellen vaak alles wat je wil horen, en meer. Toch is het hier altijd belangrijk om toestemming vragen aan ouders, voogden of mensen die voor hen verantwoordelijk zijn. Ze kunnen zichzelf namelijk in de vingers snijden door dingen bloot te geven, zonder zichzelf daarvan bewust te zijn.

Vastleggen van het interview

Het is altijd aan te raden om gesprekken op te nemen. Indien er achteraf klachten zijn over je verhaal, kan je altijd bewijzen dat het een en ander wel degelijk verteld is. Voor jezelf is opnemen ook altijd handiger. Notities maken tijdens een gesprek, is vaak afleidend. Ook voor de geïnterviewde werkt dit vaak remmend. Door het zien van je pen op het papier, is hij/zij zich er sterkt bewust van dat de antwoorden genoteerd worden. Neem je het gesprek op met een recorder of mobiel, dan ligt dit object er vaak vergeten bij en is geen van de twee gesprekspartners er zich na een tijdje nog bewust van dat het gesprek wordt opgenomen. Hierdoor wordt het gesprek ongedwongen, wordt het meer een conversatie die twee kanten uit gaat, dan een eenzijdig interview. Wel is het altijd handig om een pen in de buurt te hebben. Bij een lang interview is het goed om een tijd te kunnen noteren, wanneer de geïnterviewde iets interessants zegt dat je mee wil nemen, kan je het zo altijd terugvinden in je opnames, zonder dat je de hele opname opnieuw moet luisteren.

Bij klassieke journalistieke opleidingen werkt men nog met transcriberen. Ook bij veel afstudeerwerk is het vereist om eerst elk interview te transcriberen, voordat conclusies getrokken kunnen worden. Dit is voor een journalist echter niet realistisch. Op een redactie is het druk en werk je met deadlines. Transcriberen vraagt enorm veel tijd en is vaak onnodig. Je komt daardoor in een kluwen van informatie terecht, waarvan je natuurlijk alles in je verhaal wil stoppen. Mijn tip is daarom: schrijf eerst op wat je zelf onthouden hebt van het interview, dat is vaak het meest relevant en interessant. Daarna kan je opnieuw naar je opnames of notities kijken en aanvullende informatie meenemen. Maar dan heb je wel alvast een rode draad en weet je wat de basis van je artikel wordt. 

Doe je huiswerk (niet?)

Over dit onderwerp verschillen de meningen sterk. Onderzoeksjournalist Bob Woodward vindt het een vereiste om je onderwerp serieus te nemen. Hij zegt dat informatie macht is. Hierin heeft hij natuurlijk een punt. Door veel te weten over het onderwerp, laat je zien dat je het verhaal en de persoon voor je serieus neemt. Nu hangt het ervan af wat je te weten wilt komen. Interview je iemand over een politieke kwestie, zoals Woodward regelmatig deed in het Witte Huis, is het natuurlijk ook belangrijk om alles over deze kwestie te weten. Zo interviewde ik Peter Cozzens ooit over zijn boek De Aarde Huilt, dat gaat over de strijd van de indianen. Ik wist er niks van, maar las het hele boek en daar kwamen interessante vragen uit naar voren. Na het interview gaf hij aan verbaasd te zijn over mijn kennis over het onderwerp en het feit dat ik het boek helemaal gelezen had, waardoor ik vragen kon stellen over specifieke personen die erin naar voren komen. Als je een schrijver interviewt over een boek of een kunstenaar over zijn/haar kunst, kan je natuurlijk niet op het interview verschijnen zonder bekend te zijn met het desbetreffende werk. Dit is wat Woodward bedoelt wanneer hij zegt dat je je onderwerp serieus moet nemen. Hierbij heeft hij het niet perse over de persoon voor je. 

Sommige mensen en vooral instanties, vragen om een vragenlijst vooruit te sturen, zodat zij zich op de vragen kunnen voorbereiden en eventueel onderzoek kunnen doen voorafgaand aan het interview. Dit sluit natuurlijk deuren, door een vragenlijst te hebben, en al helemaal door deze vooruit te sturen, is het gesprek gebonden aan een bepaalde rode draad die op voorhand is vastgelegd. Je kunt niet meer alle kanten op, maar er is ook niet het gevaar dat je te ver afdwaalt van het eigenlijke onderwerp. Hier moet je jezelf vooral afvragen in hoeverre je met een agenda naar het interview gaat, en in hoeverre je ruimte wil laten aan de persoon om het interview te sturen. Ga je met een open vizier, of met een plan? Ik vind het zelf het fijnste om met een open vizier te gaan, zo komen vaak de meest verrassende verhalen naar voren, die ik zelf nooit had kunnen bedenken. Tijdens het gesprek stel je oprechte vragen, de vragen die gewoon in je opkomen wanneer je de geïnterviewde hoort praten. Aangezien de lezer, in dit geval net als jij, geen diepgaand onderzoek heeft gedaan, stel je je dezelfde vragen als de lezer. Zo kan je je goed inleven in de gedachtegang van de lezer en hoe hij of zij dit verhaal zou lezen, de vragen die hij of zij zou stellen, zonder dat je er actief mee bezig moet zijn.

Neem je tijd

Mijn gouden tip is: neem je tijd. Het is een luxe om tijd te hebben, maar wanneer je die neemt voor het uitvoeren van een interview, zal je dat merken in het resultaat. Het is niet erg om af en toe, zeker aan het begin, even over koetjes en kalfjes te praten, over dingen die niets met het eigenlijke onderwerp te maken hebben. Dit breekt het ijs en vaak kan je op deze manier ook indirect dingen te weten komen over de persoon. Als je een deadline hebt of het drukke type journalist bent, is het natuurlijk belangrijk om de tijd in de gaten te houden, en dat je binnen de tijd die je hebt de gewenste onderwerpen behandeld. Let er daarbij toch op om niet op je horloge te kijken. Als je laat merken dat je haast hebt, voelt de geïnterviewde zich bezwaard. Hij of zij zal sneller gaan praten of helemaal dichtklappen. 

Net als je denkt dat je klaar bent, wordt het vaak interessanter. Je hebt alle informatie vergaard die je wilde en denkt dat je hier wel een verhaal uit kan boksen. Je klapt je notitieboekje dicht, zet je recorder af en loopt misschien al samen met de geïnterviewde naar buiten om af te rekenen. Dan zegt de geïnterviewde terloops iets over een kind dat hij of zij moet afhalen, wat misschien irrelevant lijkt, maar vaak net een ander licht op de persoon werpt. Eindig je gesprek altijd met ‘Wat wil je nog meer kwijt’ en ‘Kan ik je nog contacteren?’. Dat laatste is vooral handig voor als je tijdens het uitschrijven van het interview nog vragen hebt over specifieke data of namen. 

Nog een gouden regel is: wees niet bang voor stiltes. Dat zijn net de momenten waarop ieder in zijn eigen gedachtepatroon verzonken raakt, en de geïnterviewde met een interessant punt naar voren kan komen waaraan je zelf niet eerder had gedacht. 

Invalshoek of ‘haakje’

Het bedenken van een originele invalshoek of een relevant ‘haakje’ is een levensnoodzakelijk deel van het verhaal. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen een verhaal heeft, ook je buurvrouw. Wat is haar verhaal en hoe verbind je dit verhaal aan een groter ‘maatschappelijk’ onderwerp? Dat is aan jou om uit te zoeken. Wanneer je een verhaal pitcht, moet je dit haakje en deze invalshoek al klaar hebben voor de chef van de redactie. Mij is het echter vaak overkomen dat de invalshoek pas tijdens het interview duidelijk wordt en soms zelfs pas tijdens het uitschrijven ervan. Of je dacht dat je het verhaal vanuit een bepaalde hoek zou insteken, maar bij het uitschrijven blijkt toch dat de rode draad ergens heel anders zit. Zoals eerder gezegd, hierbij is het vooral belangrijk origineel te zijn en geen verhalen te herkauwen. 

Blijf objectief

Dit is een veelbesproken aspect van de journalistiek. Klassieke journalisten gaan er prat op verhalen ‘objectief’ te vertellen. Intussen weten we natuurlijk dat dit een ideaalbeeld is. Niemand is volledig objectief en zelfs de quotes die je uitlicht, of de invalshoek die je kiest, zegt iets over jouw manier van kijken naar het onderwerp. Je kunt als journalist dus nooit volledig in het niets oplossen en objectief zijn, maar je kunt er wel naar streven

Zeker tijdens een interview, moet je het gesprek een bepaalde richting in duwen. De geïnterviewde zit niet tegen een steen te praten. Jij bent het en interactie tussen jouw en de andere persoon is noodzakelijk. Het is ook mogelijk dat een interview eerder een gesprek wordt. Door niet enkel vragen te stellen, maar ook af en toe iets van jezelf bloot te geven, zal je zien dat de ander meer op zijn of haar gemak is, doordat hij of zij niet de enige persoon is die op de rooster gelegd wordt. Sta ook open voor vragen die terugkomen. Je bent hier niet enkel als journalist, maar als mens. Wel is het gevaarlijk om voor een mening uit te komen. Je kunt wel zeggen wat je vindt van wat er gezegd wordt. Zo is het goed om te laten merken waarom je de geïnterviewde interessant vindt, of bepaalde dingen die hij of zij uitlicht. Ook de vragen die je daarbij hebt laten iets over jouw achtergrond en voorkeur zien. 

Zorg voor een vriendschappelijk-professionele houding

Het is vaak de vraag in hoeverre je voor de andere persoon zit in de functie van journalist, of als persoon. Dit werd hierboven al kort besproken. Je bent nooit enkel journalist, ook jij hebt een achtergrond, een verleden en een mening. Door dit bloot te geven, geef je macht weg. Informatie is namelijk macht. Toch kun je je afvragen hoe uitgebalanceerd een gesprek is, als de ene persoon enkel informatie geeft, en de andere enkel neemt. Hoeveel persoonlijke informatie geef je zelf weg? Door dit te doen, stel je de geïnterviewde vaak op het gemak. Het interview heeft meer weg van een gesprek, dan een uitwisseling van vragen en antwoorden. De persoon kan inhaken op iets wat jij zegt en omgekeerd, zo krijgt het gesprek vaak een verrassende en onverwachte wending. 

Over het algemeen is het niet geaccepteerd dat je een persoon interviewt die je al kent. Toch kan er zelfs tijdens het gesprek een vriendschappelijke houding ontstaan, zeker als je dingen over jezelf weggeeft buiten je hoedanigheid als journalist. Dit kan ten koste gaan van je objectiviteit. Zo interviewde ik eens iemand die een kasteel in Wassenaar gekraakt had, waarmee ik bevriend was. Omdat ik zowel voor het kraken zelf als voor de persoon die ik interviewde veel respect had, was het moeilijk kritisch te blijven. Toch moest ik in het artikel benadrukken dat wat ze deden illegaal was. Illegaal betekent in de ogen van veel mensen fout. De eindredactie vond dat ik het heel verhaal te positief belichtte, wat natuurlijk te maken had met mijn relatie tot de persoon en de krakers. Ook als je de persoon niet op voorhand kent, vorm je tijdens het gesprek altijd een mening over iemand, of die nu positief of negatief is. Daar kan je als mens niet omheen. Wat belangrijk is, is dat dat het verhaal niet gaat beheersen. 

Zoek een rustige plek uit

Het spreekt vanzelf dat je voor het interview een plek kiest waar de geïnterviewde zich op zijn of haar gemakt voelt. Het liefst interview je iemand thuis, deze omgeving zegt veel over een persoon, wat hij of zij je nooit zomaar zou vertellen. Zo zegt een wereldbol, een opgezet dier of een huisdier heel veel over wie de persoon is, wat vooral bij human interest verhalen goed van pas komt. Ook voor het beeld bij het verhaal is een interview in de thuissituatie fijn.

Is het niet mogelijk om iemand thuis te interviewen, dan is het goed om een andere plek te kiezen waar hij of zij op zijn of haar gemak is. Kies je een koffiezaak of een café uit, dan is het goed om op een plek te gaan zitten met zo weinig mogelijk achtergrondgeluid. Zeker als het over gevoelige, persoonlijke onderwerpen gaat, is het goed dat niet te veel mensen kunnen meeluisteren. Daar voelen mensen zich al snel ongemakkelijk bij, waardoor ze dichtklappen. 

 

Over de schrijver
Zoë leeft nu al tien jaar voor en door haar pen. Ze schreef verhalen voor National Geographic, de Volkskrant, Zoom Magazine en het Algemeen Dagblad. Momenteel is ze actief als schrijfdocent voor het LAK (Leids Academisch Kunstencentum) en De Schrijfschool.
Reactie plaatsen