Wat is suspension of disbelief?
Droom jij ook weleens over personages alsof het echte mensen zijn? Doet het je net zoveel pijn als ze sterven? Gelijk heb je. Sommigen zeggen dat je in een parallelle wereld leeft, en zo klinkt het wellicht alsof je gek bent. Eigenlijk betekent het dat je goede boeken leest, geschreven door auteurs die de kunst van suspension of disbelief in de vingers hebben. Jij hebt het inlevingsvermogen om scepticisme opzij te zetten en met de verhaalwereld om te gaan alsof het de echte wereld is, waardoor je volledig in het verhaal kunt opgaan. De auteur heeft dit mogelijk gemaakt door wetten van oorzaak en gevolg toe te passen, door zich te houden aan zelf geschapen wetten en door personages te creëren die niet alleen geloofwaardig zijn, maar net zo echt zijn als je eigen broer of zus.
Vooral bij genres als fantasy, science fiction en magisch realisme is suspension of disbelief een belangrijk concept om rekening mee te houden. Loopt er in het verleden iemand rond met een apple watch, dan zal je het niet meer geloven. Echter is het ook bij andere genres van cruciaal belang dat de lezer gelooft in het waarheidsgehalte van wat hij/zij leest. Stapt je karakter de ene dag uit bed met een vreselijk ochtendhumeur, en zegt het de andere dag dat hij een echt ochtendmens is, dan geloof je ook niet meer in het idee dat dit personage ‘echt’ is. En dat is nu juist wat we als schrijver willen, dat de lezer het verhaal lees alsof de personages en de wereld waarin ze rondlopen echt zijn.
Suspension of disbelief kan dus gezien worden als een pact tussen de lezer en de auteur, waardoor we het onwaarschijnlijke kunnen omarmen en ons kunnen overgeven aan de wereld van de verhalenverteller. Het evenwicht tussen het bekende en het onbekende is fragiel, auteurs schrijven hun verhalen niet enkel om de lezer te entertainen, maar ook om ze mee te nemen in een wereld waar ze buiten hun eigen alledaagse belevingswereld stappen. Als ze echt geloven dat ze zijn waar ze zijn, dan pas zijn verhalen de moeite waard om ze te lezen.
Fantasy en science fiction
Een meester in suspension of disbelief is Tolkien van Lord of the Rings. Hoewel we weten dat hobbits, elven en orcs niet bestaan, geloven ze heilig in het feit dat ze elkaar bevochten en beminden zoals de boeken ons vertellen. Zelfs terwijl ik dit opschrijf kruipt het schaamrood me op de kaken, omdat ik weet dat veel mensen heilig geloven in het bestaan van deze mythische wezens, enkel en alleen omdat de wereld die Tolkien schiep zoveel bestaansrecht heeft als degene waar wij in leven. Ook Harry Potter is zo vaak getekend, nagespeeld, afgedrukt op boterhammendozen en tot leven gebracht op duizenden verschillende manieren, dat hij misschien wel meer op deze aarde bestaan heeft dan een willekeurig mens dat er werkelijk op geboren werd en stierf.
Men schrijft de kunst van suspension of disbelief vaak toe aan sciencefictionauteurs, maar dat betekent niet dat zij de enige schrijvers zijn die ermee te maken krijgen. Zelfs schrijvers van non-fictie moeten zich houden aan bepaalde wetten van geloofwaardigheid, en zijn de lezer kwijt als ze deze aan de laars lappen. Aangezien zij in hun verhalen een werkelijkheid proberen te delen, in plaats van een waarheid, hebben zij zelfs nog veel meer te maken in suspension of disbelief. Weten we namelijk dat ze iets beweren dat in de werkelijkheid niet gebeurd is, dan haken we meteen af.
Magisch realisme en fictie
Schrijvers van fictie en romanschrijvers, hebben iets meer ruimte om te experimenteren met de grenzen van de werkelijkheid. Toch zijn er bepaalde wetten die vastliggen voor ieder mens, of hij nu fictie of non-fictie leest. Niet in de laatste plaats de wetten van oorzaak en gevolg, maar ook bepaalde geschiedkundige wetten. Zo baseren schrijvers van historische romans hun boeken vaak op historische feiten, in dat geval is het wel belangrijk dat deze feit ook kloppend worden neergeschreven. Zo kan de tweede wereldoorlog niet plots gewonnen worden door de Duitsers, tenzij het juist het punt is van het boek om in de geschiedenis te gaan rommelen.
In Honderd jaar eenzaamheid gaat Garbriel Garica Marquez aan de haal met de ons bekende wetten van tijd en ruimte. Hij buigt de tijd om en past levitatie en telepathie toe in zijn epische roman. Toch accepteren we deze aspecten moeiteloos, juist omdat het ons gaat om het wonderbaarlijke. De grenzen van ons alledaagse leven worden overboord gegooid en we geloven graag dat de inwoners van Macondo communiceren met de geesten. Hoe komt dit? In de eerste plaats omdat deze aspecten op een consistente manier worden toegepast. Marquez schept zijn eigen wetten, maar deze wetten worden dan ook nageleefd door alle personages – niet door een paar en niet door slechts af en toe. De lezer die in het verhaal rondloopt, buigt zich dus zonder moeite naar Marquez’ wetten. Thomas Rozenboom schreef eens dat de vrijheid van de schrijver bestaat bij de gratie van grenzen. Dit betekent dat een schrijver nooit zomaar lukraak iets doet, aangezien het verhaal altijd onderhevig is aan bepaalde wetten. Dit zijn de wetten die suspension of disbelief maken of breken.