Hoe schrijf je een goede kop?

Het schrijven van een kop voor je artikel is veruit het moeilijkste gedeelte van het hele schrijfproces. Daarnaast is het ook veruit het belangrijkste deel van het verhaal, dus het is goed om hier even de tijd voor te nemen. Vaak schrijft de eindredactie een kop bij het verhaal, omdat zij weten hoeveel ruimte ervoor is. Als je zelf een kop schrijft, zal je vaak zien dat de eindredactie hem alsnog aanpast. 

Voor het schrijven van een kop geldt eigenlijk hetzelfde als voor het schrijven van de introductie, maar dan nog geconcentreerder. Ook hier moet je duiding geven, zonder al te veel informatie weg te geven. Je moet een balans vinden tussen de informatie die je weggeeft en de informatie die je voor je houdt. Ook hier kan het goed werken om een specifiek detail of een quote uit te lichten, die op zijn manier heel veel zegt over het verhaal, maar toch genoeg vragen oproept om de lezer nieuwsgierig te maken.

Een belangrijke regel om in je achterhoofd te houden: een kop is geen samenvatting. Net zoals bij het schrijven van een introductie, geeft de kop duiding, maar hij vat het verhaal niet samen. Een kop is geslaagd als hij zowel de urgentie kan overbrengen als origineel kan zijn, als hij de essentie van het verhaal kan vatten en de lezer toch met vragen laat zitten. Daarnaast helpt het ook als een kop emoties oproept. Een mens is nu eenmaal een emotioneel wezen en wordt aangetrokken door emoties.

Bij gedrukte media krijgt de lezer het hele verhaal te zien, daarom zijn koppen hier vaak minder specifiek. De lezer ziet al in een oogopslag alle foto’s, tussenkoppen en de introductie. Daardoor is de kop vaak wat vager en esthetisch verantwoorder. Dat de kop mooi is en in de gereserveerde ruimte past, is belangrijker dan aandacht trekken. Toch is het ook hier belangrijk dat de kop aandacht trekt.

Getallen

Ook is het op veel redacties een heilige regel om geen getallen te gebruiken in koppen, voornamelijk omdat dat lelijk staat. Tegenwoordig is dat iets meer geaccepteerd, dat is voornamelijk de online wereld die in de print door druppelt. Zeker als het getallen zijn die in het oog springen, zoals ‘3000 doden in Italië door coronavirus’, is een getal in een kop geaccepteerd en juist goed. Online worden veel getallen gebruikt in koppen, vooral bij lijstjes (hoewel je dit nauwelijks journalistiek kan noemen). Dit wordt door een onderzoek van Blendle echter afgeraden.

Kort

In gedrukte media is de lengte van de kop zeer belangrijk, omdat er maar zoveel ruimte is en de lettergrootte op voorhand vastligt. Bij online media heb je meer ruimte en kan de kop wat langer, maar toch is het goed de kop zo kort mogelijk te houden. Daarom is het aan te raden om passieve werkwoorden en lidwoorden weg te laten uit de tekst.

Vooral bij print geldt: hoe korter hoe beter. Toch moet het duiding geven aan een artikel. De kortste kop die ik ooit maakte, over een dakloze vrouw die al jaren op straat leefde, was ‘Mensonwaardig’.

Vragen

Een vraag stellen in een kop wordt vaak gezien als onkunde van de journalist. Weet jij zelf niet wat je kan zeggen over je artikel? Dan stel je maar een vraag. Zo houd je het lekker vaag en doe je geen claims. Soms werkt het echt wel, en soms is er simpelweg geen alternatief.

Simpele en krachtige taal

Het is belangrijk om simpele, duidelijke taal te gebruiken. Net zoal de kop simpel en duidelijk is. Zelfs woorden die iedereen gebruikt en kent, kunnen te gecompliceerd zijn om in een kop te passen. Zoals ‘desalniettemin’. Gebruik hierbij krachtige taal en actieve werkwoorden.

Tussenkoppen

Tussenkoppen zijn vaak eerder interessant voor de vorm dan voor de inhoud. Toch zijn ze bij langere verhalen belangrijk. Ook voor jezelf is het goed om het verhaal op te delen in verschillende stukken. Tussenkoppen groeperen twee of drie alinea’s en zijn een overkoepelende kop voor dit deel van de tekst. Omdat ze maar uit een of twee woorden bestaan, zijn ze vaak redelijk arbitrair en worden ze vaak door de eindredactie verplaatst en veranderd naar wat voor de vorm beter past.

Over de schrijver
Zoë leeft nu al tien jaar voor en door haar pen. Ze schreef verhalen voor National Geographic, de Volkskrant, Zoom Magazine en het Algemeen Dagblad. Momenteel is ze actief als schrijfdocent voor het LAK (Leids Academisch Kunstencentum) en De Schrijfschool.
Reactie plaatsen