Hoe schrijf je een goede introductie?
02 augustus 2023 

Hoe schrijf je een goede introductie?

Bij het schrijven van een introductie, of een lead, stel je jezelf drie belangrijke vragen. Ten eerste. Wat is de essentie van het artikel? In een oogopslag moet voor de lezer duidelijk worden waar het artikel over gaat. Ook moet de introductie de aandacht van de lezer vangen, door een klein en interessant feitje dat de lezer nieuwsgierig maakt. Dat kan vaak beter door een detail uit het verhaal uit te lichten, dan door het geven van algemene informatie. Die vlieg in de hoek van de kamer zegt vaak meer over wat er gebeurde, dan het feit dat de man die je interviewt een pedofiel is. Bij wijze van spreke dan. Daarnaast moet de introductie nieuwsgierig maken en een verwachtingspatroon scheppen. De lezer moet, na het lezen van de introductie zo ongeveer weten welke vragen beantwoord zullen worden en hoe het verhaal zal verlopen. 

De kracht van een goede introductie

Een goede introductie maakt de lezer nieuwsgierig, maar is ook heel duidelijk. Daartussen moet je als schrijver een balans vinden: informatie die je weggeeft en informatie die je voor je houdt. Er zijn bepaalde vragen die zeker beantwoord moeten worden, maar er moet ook ruimte blijven voor de lezer om zijn eigen vragen te stellen. Als hij geen vragen meer heeft, er dus geen ruimte is voor mysterie, en de introductie geen verwachtingen schept, dan heeft de lezer ook geen reden om verder te lezen. Daarnaast moet de introductie kort maar krachtig zijn, liefst niet langer dan drie zinnen. Ook is het belangrijk dat je de introductie los van de kop en het artikel zelf kan lezen, en je toch begrijpt waar het over gaat. De introductie moet dus niet ingaan op de kop en de eerste alinea moet niet volgen op de introductie. 

Hoe doe je dat dan? Ten eerste raad ik altijd aan om met het schrijven van de introductie te wachten tot je het hele verhaal hebt geschreven. Veel beginnende journalisten denken, foutief, dat de introductie er is om een soort samenvatting te geven van het verhaal. Of erger nog, te vertellen waar het begon en waarom een verhaal geschreven wordt. In dat geval is het handig, en zelfs behulpzaam voor de journalist, om te beginnen met het schrijven van de pitch. Zo krijg je zelf een goed beeld van waar het verhaal eigenlijk over zal gaan. Dat is echter helemaal niet de bedoeling van een introductie. De introductie is geen pitch, hij is er niet voor de schrijver, maar voor de lezer. 

Introductie bij langere verhalen

Bij een reportage, interview of achtergrondverhaal is het goed om je tekst nog eens helemaal door te lezen, en er een detail of moment uit te kiezen dat voor jou echt in het oog springt. Opnieuw de vuistregel, wat zou jij tegen je collega vertellen over het verhaal, wat je echt bijzonder vindt? Had die bekende politicus een passie voor goudvissen? Hoe keek de trotse vader naar de dochter die net geslaagd was voor het eindexamen en hoeveel sterren stonden er die nacht aan de hemel? Dit lijken kleine details, maar wanneer relevant zijn voor het verhaal, kunnen ze juist alles zeggen. Hier is de uitdrukking ‘een beeld zegt meer dan duizend woorden’ van toepassing. Geef de lezer een beeld in plaats van een uitleg, en je trekt hem meteen mee in het verhaal. Hier kan het ook goed werken om op de zintuigen in te spelen. Let wel op dat het detail relevant blijft, en niet gewoon sfeer schept of versiering is. Dan hoort het namelijk niet thuis in de introductie.

In het tweede deel van de introductie geef je meer praktische informatie. Je vertelt wie de politicus is en waarom je hem interviewt, dat de dochter van de trotse vader haar eindexamen haalde ondanks vijf chemokuren en dat de sterren zo helder zijn omdat je in het nieuwste Dark Sky Park van Nederland staat. Zo koppel je de zintuigen aan het brein. Je trekt de lezer mee het verhaal in, en vertelt daarna waarom het detail relevant is en wat je gaat vertellen in dit verhaal. 

Introductie bij nieuwsbericht

Introducties van nieuwsberichten zijn net wat anders. Ook hier is het belangrijk om antwoord te geven op zoveel mogelijk vragen, terwijl toch genoeg informatie weggelaten wordt om nieuwsgierig te maken. Ook hier is het goed om te beginnen met zeer specifieke informatie, en daarna wat bredere context te geven over het verhaal. Het verschil zit erin dat hier niet geopend wordt met een beeld en de zintuigen niet worden aangesproken, maar meteen heel concreet verteld wordt wat het nieuws is en hoe dit verder belicht zal worden in het nieuwsbericht. 

Over de schrijver
Zoë leeft nu al tien jaar voor en door haar pen. Ze schreef verhalen voor National Geographic, de Volkskrant, Zoom Magazine en het Algemeen Dagblad. Momenteel is ze actief als schrijfdocent voor het LAK (Leids Academisch Kunstencentum) en De Schrijfschool.
Reactie plaatsen